Gemeente Enschede
Broodkruimel snellink

"Wie goat op de pruus an"

Details

Oorspronkelijke datum bijdrage: 8/1/2019
Categorie: mensen
 
245 weergaven
 

"Wie goat op de pruus an"

Wie in onze regio woont en zich met geschiedenis bezighoudt, komt onvermijdelijk Pruisen tegen. Op oude kaarten zijn wegen naar Pruisen aangegeven, de Pruisische Daalder werd lange tijd als geldig betaalmiddel geaccepteerd, en Glanerbruggers gingen in vroeger tijden op zondag over de grens Pruisische ‘foezel’ drinken. In dit artikel werpen we een korte blik op de geschiedenis van Pruisen, en waar zij Enschede raakt.

Pruisen was in de dertiende eeuw een streek aan de oostkant van het huidige Duitsland, in het huidige Polen. Vanaf 1700 breidde het koninkrijk zich uit. Onder leiding van Frederik de Grote werd het een ware grootmacht in Europa. Het hield zich staande tussen Frankrijk, Oostenrijk, Rusland en Nederland. Pruisen werd de modernste staat van Europa. Beschavingsidealen als bestuurlijke degelijkheid, onafhankelijke rechtspraak en religieuze tolerantie stonden hoog in het vaandel. Een groep revolutionairen in Frankrijk had echter nog verlichtere idealen, en zette in 1789 met grof geweld de adellijke stand aldaar af.

In Nederland noemden de pro-democratische revolutionairen zich patriotten. Zij stonden tegenover prins stadhouder Willem V en zijn orangisten, en hadden in 1787 al redelijk succesvol een opstand georganiseerd. Willem V was echter getrouwd met Wilhelmina van Pruisen, de nicht van Frederik de Grote. Al snel kwamen Pruisische troepen de Republiek der Verenigde Nederlanden bevrijdden, en veel patriotten vluchtten richting Frankrijk. In 1794 kwamen ze samen met een Franse invalsmacht weer terug. Ze verdreven de stadhouder en stichtten de Bataafse Republiek (vanaf 1801 Bataafs Gemenebest genoemd). In februari 1795 trokken de Franse troepen Twente binnen.

In 1799 vallen de Engelsen en Russen Noord-Holland binnen, in een poging de Franse bezetter te verdrijven. De zoon van stadhouder Willem V, Willem Frederik, valt samen met zijn troepen vanuit graafschap Lingen het oosten van ons land binnen. Drie dagen lang in september is Enschede bevrijdt, op straat wordt een pamflet voorgedragen waarin gesteld wordt dat het oude regime in alle glorie hersteld gaat worden. Daarna verdrijven het Bataafs en Frans leger de troepen uit Enschede, en de rest van het land. In november dat jaar volgt er een staatsgreep in Frankrijk, waarbij generaal Napoleon de macht naar zich toe weet te trekken.

Terwijl Napoleon met de rest van Europa oorlog voert, houdt Pruisen houdt zich redelijk afstandig. Maar in 1806 voegt het koninkrijk zich bij een coalitie van Europese landen die Napoleons opmars een halt willen toeroepen. Nadat Franse troepen het Pruisische leger verslagen hebben, annexeert Napoleon een groot deel van Pruisen bij het Franse Keizerrijk. De republiek Bataafs Gemenebest werd door hem omgevormd tot koninkrijk Holland (kortstondig geleid door zijn broer Lodewijk), dat in 1810 weer werd omgevormd tot noordelijke departementen van het Franse Keizerrijk. Er kwamen plannen voor verharde wegen richting de Duitse staten, en de dienstplicht werd ingesteld.

In 1813 bundelen de Europese landen zich wederom tegen Frankrijk, dit keer met succes. Russen, kozakken en Pruisen komen Nederland vanuit het oosten bevrijden. De Engelsen en prins Willem I landen hun schepen in het westen. Baron Bentinck, een adellijke vriend van de prins, wordt gouverneur van Overijssel. Napoleon wordt definitief verslagen bij de Slag bij Waterloo in 1815. Bij de herverdeling van de gebieden wordt deelstaat Westfalen een onderdeel van Pruisen. Pruisen is nu ons buurland net over de grens! De exacte grenzen werden later in het ‘Traktaat van Kleef’ vastgelegd. Bij Losser lag het Drielandenpunt, waar Koninkrijk Hannover, Koninkrijk Pruisen en het Koninkrijk der Nederlanden elkaar raakten.

De Franse plannen voor verharde wegen werden onder het beleid van Willem I gerealiseerd. Op oude kadastrale kaarten is de ‘straatweg van Enschede naar de Pruissische grenzen’ nog te zien. Deze ‘heerbaan’ liep via douanepost Glanerbrug/Gronau richting Munster. Boeren, stadsbewoners en textielfabrikanten wilden liever een directere verbinding naar de grens, en schreven de regering aan. Douanekantoor Knalhutte (1849) en douanekantoor Sandersküper (1852) werden gebouwd en zorgden voor betere, goedkopere aanvoerroutes. Voor de opbloeiende textielindustrie is dit nog niet genoeg. De nodige kolen uit het Duitse Ibbenbüren zijn met paard en wagen nauwelijks genoeg aan te voeren. In 1861 alleen al werden er 7.500.000 kg kolen richting Twente vervoerd. Er worden afspraken gemaakt met Pruisen over een spoorweg Enschede-Rheine-Münster.

Een ander Frans idee dat werd aangehouden was het tientallig stelsel van geldeenheid. Tot 1831 werden nog wel drieguldenstukken geslagen om het vertrouwen van de burgers te behouden. In de periode daarvoor waren de volgende wettelijke munteenheden tegelijk in circulatie; de officiele munt van Willem I (vanaf 1818), de munt van koning Lodewijk Napoleon, de munt van keizer Napoleon Bonaparte, en geld van de republiek van voor de Franse inval in 1795! In Enschede werd deze situatie zelfs nog gecompliceerder. Fabrikanten begonnen in 1817 hun werknemers uit te betalen in Pruisische daalders. Die konden ze in Münster met een voordelige koers kopen, en vervolgens hun werknemers de volle koers berekenen. De bedrijfswinkels van de fabrikanten namen de Pruisische daalders natuurlijk zonder problemen aan. Met als gevolg dat andere winkeliers de munten ook gingen aannemen, en andere fabrikanten deze truuk overnamen. Tot aan Almelo werd uitbetaald in Duits geld. De Enschedeesche Courant vermelde wekelijks de koers van de Pruisische munt. Pas vanaf 1873 gingen de Enschedese fabrikanten weer over tot betaling in Hollandse munt, na stakingen van het personeel.

Het groeiende Koninkrijk Pruisen wordt ondertussen door IJzeren Kanselier Otto von Bismarck omgevormd tot Duits Keizerrijk. Zijn visies verschillen nogal van die van de katholieke kerk van destijds – de paus had zich in 1870 ‘onfeilbaar’ laten verklaren – en een aantal gelovigen wordt het rijk uitgezet. Vanuit Bentheim vestigt een groep redemptoristische katholieken zich in Glanerbrug, en sticht daar een klooster. Zo kunnen de paters hun ‘mensen aan de overkant’ toch nog van geloofsbeleving voorzien. In 1901 geeft bisdom Utrecht haar akkoord voor de bouw van een Glanerburgse kerk. Met de komst van textielfabrieken naar Gronau vestigen zich ook steeds meer textielarbeiders zich in Glanerbrug. In 1889 opent Spinnerij Eilermarke, welk in het eerste jaar hoofdzakelijk op Enschedese arbeiders draait. Van 1894 tot 1919 vertwintigvoudigd de bevolking van Glanerbrug!

In 1913 wordt 100 jaar bevrijding van de Fransen groots gevierd in Enschede. Bij de optocht spelen Enschedeërs de rol van ‘Pruisische soldaten met oranjevaandels’, wat later komt de ‘Pruisische cavalerie’ voorbij, en de aankomst van het koningshuis te Scheveningen wordt nagespeeld waarbij de ‘Souvereine vorstin Frederika Louisa Wilhemina, geboren prinses van Pruissen’ een hoofdrol speelt. Wat later volgt een Duits lied over de Slag bij Leipzig, de beslissende ‘Volkerenslag’ waarbij de Fransen voor het eerst verslagen werden. Een jaar later ligt Europa weer in oorlog, als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Nederland weet hierbij een neutrale positie te behouden

Sinds de in 1822 ingestelde accijnzen op invoer en uitvoer van producten, was er al een levendige smokkelhandel overal om de grens ontstaan. Maar met het uitbreken van de oorlog in 1914 worden de winsten zo hoog, dat smokkelen voor vele Twentse grensbewoners een standaard aanvulling wordt op het karig textielloon. Sommige mensen worden zelfs voltijd smokkelaar. In rayon Enschede worden zo’n 10 tot 15 smokkelaars per dag gearresteerd. Na de oorlog zakt Duitsland in een diepe recessie. Een Duitse Mark was in 1918 nog 60 Nederlandse cent waard. Eind 1923 was een Nederlandse gulden miljarden Duitse Marken waard! De richting van smokkelwaar werd nu omgekeerd, van Duitsland kwamen de waren nu naar Nederland. Duitse jenever was altijd al een geliefde waar om over de grens te brengen. Maar een decennia later, in de jaren 30, zou er een heel nieuw product in de smokkelhandel opduiken, als de beschikbaarheid van verdovende middelen toeneemt.

Koninkrijk Pruisen werd na de Eerste Wereldoorlog in 1918 opgeheven. In Weimarrepubliek Duitsland stelde ‘Pruisen’ steeds minder voor. De Pruisische groot-Duitsland idealen uit de tijd van Otto von Bismarck worden door de Nazi-beweging in Duitsland verheerlijkt en gebruikt als propaganda voor de Tweede Wereldoorlog. In 1947 wordt stelt de Geallieerde Controleraad ‘Wet nr. 64’ in, een proclamatie waarin het laatste restant van een Pruisische staat opgeheven wordt. Bondsstaat Noordrijn-Westfalen kwam ervoor in de plaats. Toch bleef in Enschede en omgeving de uitdrukking ‘Wie goat op de Pruus an’ nog lang een begrip.

 

Tekst: Marijn Smeehuijzen

Toelichting bij de afbeeldingen:

  • Pruisen in 1786, op haar grootst aan het eind van het bewind van Frederik de Grote.
  • Pruisen in 1813, ingeperkt door het Franse Keizerrijk van Napoleon Bonaparte.
  • Pruisen in 1871, aan de basis van het Duits Keizerrijk, groot gemaakt door Otto von Bismarck.

Trefwoorden:PRUISSEN, BISMARCK, WILLEM I, NAPOLEON, KATHOLIEK
  • Geplaatst door
  • Auteur

    Bewerking van verschillende publiek domein bronnen

Annotaties

0 annotaties
Er zijn nog geen annotaties op dit item