Enschede in de Tweede Wereldoorlog. Bombardement op 10 oktober 1943

Enschede in de Tweede Wereldoorlog. Bombardement op 10 oktober 1943

10 oktober 1943 geldt als een zwarte dag in de geschiedenis van Enschede. Het is de dag  waarop Enschede opnieuw gebombardeerd werd, maar dit keer waren het niet de Duitsers die de bommen lieten vallen…

Door een verschrikkelijk misverstand bombardeerden Amerikaanse piloten de stad Enschede. De piloten dachten dat ze boven de Duitse stad Rheine vlogen. Zij lieten hun bommen vallen, alleen was dit niet op Rheine, maar op Enschede! Het was die dag erg mooi weer en er waren dus veel mensen buiten. Daardoor waren er veel mensen die door de bommen gewond raakten. De schade aan gebouwen, wegen enzovoort was enorm. Ook het aantal slachtoffers en gewonden was groot: maarliefst 151 doden en 104 zwaargewonde

B.J. Ter Kuile, een van de ooggetuigen, beschreef de tragedie in zijn dagboek als volgt:

"Maandag 11 Oktober. Gisteren was een verrukkelijke herfstdag en Ben en ik lagen zalig te maffen in ’t gras. Doch de rust werd verstoord door gebombardeer. Betrekkelijk dichtbij Munster en Coesfeld schatten we, hetgeen bleek te kloppen. Geïnteresseerd lagen we de luisteren en toen hoorden we ook langzaam aan de Amerikanen terugkomen met zwaar gebrom. Doch wie beschrijft onze opwinding toen we plots massa's vliegtuigen boven onze hoofden zagen. Ik sleurde gauw Nico uit bed en naar beneden. Inmiddels was er een luchtgevecht aan de gang, bommen werden neergegooid, vliegtuigen neergeschoten, parachutisten hingen in de lucht. Kortom; het was spannend. Ze kwamen zoo griezelig boven het vliegveld draaien dat we maar gauw maakten dat we in de schuilkelder kwamen. Toen we er weer uitkwamen zagen we nog enkele Amerikanen in de verte weg vliegen en massa's jagers heen en weer racen, doch het ergste was wel afgelopen.

Uit de richting Enschede kwamen weldra enorme rookwolken, zodat Ben en Ruud gauw naar de stad gingen. Ik volgde na een half uurtje met Nico en bij ’t begin van de stad begon het al: een kolenopslagplaats brandde, tegenover Achterhuis een partij huizen. Nico liet ik op ’t Roessing achter en ik ging alleen verder met Nol. Het Zwik was ontzettend, er is geen huis zonder schade. Alle omliggende huizen hebben ontzette en gebarsten muren. De E.S.V, Nico’s school , had een voltreffer gekregen en was slechts een puinhoop."

Uit: Kuile, B.J. Ter (1943), "Oorlogsdagboek deel 1, 1940-1943", Enschede.