Gemeente Enschede
Broodkruimel snellink

Enschede in de Tweede Wereldoorlog. Winterhulp

Details

Oorspronkelijke datum bijdrage: 20/5/2021
Categorie: mensen
Locatie: Enschede, Brinkstraat 5
 
366 weergaven
 

Locatie op kaart

Enschede in de Tweede Wereldoorlog. Winterhulp

Er waren tijdens de Tweede Wereldoorlog mensen in Nederland die het moeilijk hadden, ze hadden weinig geld en eten. Om die mensen te helpen, werd op 22 oktober 1940 de stichting ” Winterhulp Nederland” opgericht. Nederlanders die het beter hadden dan sommige landgenoten, konden vrijwillig geld en goederen geven aan de stichting. Het motto van de Winterhulp Nederland was: ” Voor het volk, door het volk”. 
Het verlenen van Winterhulp, was bedoeld als extra hulp naast de “gewone” hulp waar mensen recht op hadden. Het geven van geld aan mensen die hulp nodig hadden was niet toegestaan. Met het geld dat de stichting binnenkreeg werden waardebonnen uitgedeeld, waarmee goederen gehaald konden worden.

De Directeur-Generaal van de Winterhulp Nederland was de heer C. Piek. Er waren daarnaast ook directeuren per gemeente, dit waren doorgaans de burgemeesters. Het bureau van de stichting Winterhulp in Enschede zat aan de Brinkstraat 5. In Enschede had burgemeester Rückert de leiding, met als plaatsvervanger de heer A. Sein, penningmeester F. Huzink en secretaris J.H. Bergink.

De N.S.B. en de Nederlandse Unie stonden achter het werk van Winterhulp Nederland en ze riepen hun leden op om als vrijwilliger te gaan collecteren. In Enschede werd er op 29 en 30 november 1940 voor het eerst een inzameling gehouden. Er waren 300 mensen gekomen die vrijwillig kwamen helpen. Ze gingen langs huizen om molenspeldjes te verkopen en er werd op straat geld ingezameld. De opbrengst van de eerste collecte in Enschede was 4.619,73 gulden. In de maand december werd dat bedrag door de directeur van de provincie van de stichting Winterhulp Nederland verhoogt tot 8.246 gulden.

Winterhulp Nederland organiseerde elke maand een collecte. Na acht inzamelingen was de opbrengst in Enschede 28.934,32 gulden, per inwoner was dit een bedrag van 0,31 cent. Verder kwamen er ook nog giften binnen van verschillende personen en bedrijven. Maar na een tijdje werd het collecteren en het geven van geld steeds minder. Het plaatselijke bureau aan de Brinkstraat had niet meer voldoende vrijwilligers en moest medewerkers van de gemeente in gaan zetten. Ook zij hadden niet veel zin om in te zamelen. Dit had tot gevolg dat in oktober 1941 de bijdrage per inwoner nog maar 10,4 cent was en in november slechts 2,8 cent. De bevolking had geen vertrouwen meer in Winterhulp Nederland.  

Om de Winterhulp in leven te houden stortten de “Joodse” bedrijven S.J. Menko, de N.V. Spinnerij Roombeek en de N.V. Twentsche Textielmaatschappij allemaal 2000 gulden in de Winterhulpkas. Verder werden de winkeliers gevraagd om in hun winkel een collectebus neer te zetten. Er werd verwacht dat er zo’n 400 bussen neergezet konden worden, uiteindelijk werden dat er maar 41. De speldjes die verkocht werden om geld in te zamelen zagen er steeds mooier uit. Naast de molentjes kwamen er nu speldjes met afbeeldingen van sprookjesfiguren, historische figuren, scheepsmodellen, provinciewapens, historische gebouwen, verkeerstekens en kerstfiguren. Dit heeft weinig effect gehad, want van de 10.000 ontvangen speldjes in november 1941 werden er slechts 1274 verkocht.

Alle hoofden van de gemeentebedrijven en diensten van de onderwijsinrichtingen in Enschede werden vervolgens opgeroepen voor een vergadering in gebouw ”Irene”, waar de doelstellingen van de Winterhulp Nederland nog een keer besproken zouden worden. De opkomst was echter laag. Bijna alle genodigden zegden af voor deze bijeenkomst.
Daarna werd besloten om een brief te sturen aan alle gemeentelijke diensten en bedrijven en particuliere bedrijven met het verzoek aan alle werknemers een deel van hun inkomsten af te staan en lid te worden van de inmiddels opgerichte Nederlandse Volksdienst. De provinciaal directeur van Winterhulp Nederland was ook de leider van de Nederlandse Volksdienst. Burgemeester Rückert schreef de brief namens de directeur.

Het antwoord van de fabrikantenvereniging was negatief. De bedrijven werkten, op één uitzondering na, niet mee. Bij het bedrijf Roba waren drie personen die 1 procent van hun loon wilden afstaan aan Winterhulp Nederland. Van het totale gemeentepersoneel waren er acht personen die een bijdrage per maand wilden geven en drie werden er lid van de Nederlandse Volksdienst. Slechts twee onderwijzeressen bij het lager onderwijs gaven een maandelijkse bijdrage.

Het was dus duidelijk dat de Enschedese bevolking iets tegen de Winterhulp Nederland en de Nederlandse Volkdienst had, vooral omdat de verbinding met de N.S.B.sterker was geworden. De mensen hadden dit al snel door en hadden geen enkel vertrouwen in de bestedingen die met het ingezamelde geld gedaan werden. Zeker, een deel van het geld werd in waardebonnen aan de gemeente uitbetaald, maar waar bleef de rest? Vrijwilligers waren niet meer te krijgen. Er moest dus gewerkt worden met betaalde krachten. De organisatie kwam steeds meer in handen van de N.S.B. Het collectegeld werd gebruikt om deze gehate nationaal-socialisten te betalen. Tijdens de collecte voor Winterhulp Nederland in december 1941 waren 380 collectanten N.S.B.-lid  en 10 personen niet. De opbrengst per persoon was toen slechts 2 cent. Op 14 juli 1942 was het dan zover: De organisatie van de Winterhulp Nederland en de Nederlandse Volksdienst kwam in handen van het N.S.B.-lid J.H.H. Wevers.

De steun voor beide organisaties bij de Enschedese bevolking was echter dramatisch geslonken. In de rest van Nederland dachten de mensen er hetzelfde over. Ondanks het goede begin van de Winterhulp en het streven dat het een Nederlandse zaak van algemeen belang zou zijn, wilde men niet meewerken. Het nationaal-socialisme verziekte alles.

Schadekaart
De Nederlandse Volksdienst heeft nog wel ”schadekaarten” uitgedeeld. Een schadekaart was een papier met een aantal bonnen voor warme maaltijden en broodmaaltijden, waarmee slachtoffers, die direct of indirect getroffen werden bij bombardementen, geholpen konden worden. De Nederlandse Volksdienst was ook een door de Duitse bezetter ingestelde organisatie, die moest zorgen voor de sociale- en gezondheidszorg in Nederland. 

Afbeelding bij dit artikel:

  • Kennisgeving houdende 'Winterhulp Nederland - Lijstencollecte 31.1 en 1.2.' (Beeldbank Stadsarchief Enschede, nr. OB000147)

Trefwoorden:OORLOGEN, TWEEDE WERELDOORLOG
  • Geplaatst door
  • Auteur

    Stadsarchief Enschede

Annotaties

0 annotaties
Er zijn nog geen annotaties op dit item