Gemeente Enschede
Broodkruimel snellink

Enschedese Midwinterhoorn Blazers

Details

Oorspronkelijke datum bijdrage: 28/10/2020
Categorie: tradities
 
352 weergaven
 

Enschedese Midwinterhoorn Blazers

Tijdstip en locatie

Het midwinterhoornblazen vindt jaarlijks plaats in de adventstijd van 1 december tot 6 januari (Drie Koningen). Op 1 december luiden de Enschedese Midwinterhoorn Blazers (EMB) de adventstijd om 12.00 uur in, door hun hoorns vanaf het balkon van het stadhuis te laten schallen. In 2013 werd het stadhuis verbouwd en moest de start van de advent rondom het Ei van Ko worden afgekondigd.

De midwinterhoornblazers blazen uitsluitend in de Adventstijd.

In die weken treden zij op vele plaatsen op.

Hierbij verzorgen zij ook optredens op verzoek.

Op de zondagen tussen 1 december en 6 januari klinken hun hoorn steevast tussen 14.00 – 15.00 uur bij het Lammerinkswönner in het Ledeboerpark. De EMB doen mee aan de wedstrijden en kerstwandelingen van de Stichting Midwinterhoornblazen Twenthe.

Voorts verzorgen zij demonstraties op scholen, waarbij de aandacht ook uitgaat naar de geschiedenis en betekenis van het gebruik, alsmede de eigenschappen en de bouw van de hoorn.

 

Beschrijving

De Enschedese Midwinterhoorn Blazers zijn een groep liefhebbers, die de midwinterhoorntraditie in ere willen houden. Dit doen zij door hun midwinterhoorns in de adventstijd bij diverse gelegenheden te laten klinken en deel te nemen aan de wedstrijden tegen andere blazersgroepen in Twente. Ook geven zij uitleg op scholen, waar zij vertellen over de geschiedenis, het gebruik en de vervaardiging van de midwinterhoorn. De Enschedese Midwinterhoorn Blazers gebruiken het Lammerinkswönner in het Ledeboerpark aan de Hengelosestraat als thuisbasis.

Er zijn in Oost-Nederland en het aangrenzende Duitsland vele groepen midwinterhoornblazers actief. Deze groepen organiseren wandelingen door rustieke, landelijke gebieden, waarbij de deelnemende groepen hun hoorns op verschillende plekken langs de route laten klinken. Deze wandelingen vinden doorgaans een week voor kerst plaats, soms iets eerder of later. De wandelingen worden in opdracht van de Stichting Midwinterhoornblazen Twenthe georganiseerd en door 4.000 tot 5.000 wandelaars bezocht. Elk jaar krijgt een andere lokale groep blazers de opdracht om in hun plaats de wandeling uit te zetten. De opdracht wordt al drie jaar van te voren verstrekt. Een groep midwinterhoornblazers moet 10 jaar lid zijn van de Stichting Midwinterhoornblazen Twenthe, voor zij gevraagd worden om hun eerste wandeling te organiseren. Naast het uitzetten van de wandeling zijn ook fondsenwerving en het organiseren van de publiciteit de verantwoordelijkheid van de organiserende groep blazers. Er zijn inmiddels wandelingen geweest bij De Lutte, Oldenzaal, Ootmarsum, Hengelo, Almelo, Vasse (Tubbergen) en in het Duitse grensgebied. De Enschedese Midwinterhoorn Blazers hebben nog nooit opdracht

gekregen de wandeling te organiseren. De meeste blazers van de EMB willen alleen blazen en hebben geen zin in gedoe eromheen.

De blazers uit Markelo organiseerden ooit een wandeling, die met 12.000 deelnemers de grootste in zijn soort is geworden. De wandelingen zijn een landelijk bekend fenomeen, waar ook bezoekers van buiten Twente op af komen.

 

De oorsprong van het Midwinterhoornblazen

Midwinterhoorn blazen is (vooral) in het oosten van Nederland een traditie. Over de oorsprong en de betekenis van het midwinterhoornblazen worden meer speculaties dan zekerheden verspreid.

Volgens sommige blazers en liefhebber werd de midwinterhoorn oorspronkelijk geblazen tijdens een ritueel dat de seizoenswisseling begeleidde. In de hoop een goede oogst te krijgen, werden winterse duisternis en boze geesten verdreven. Omdat Twente door moerassen omringd en relatief afgesloten zou zijn geweest van de omgeving, konden oude riten zich hier eeuwenlang handhaven.

Historische bronnen die de heidense oorsprong staven ontbreken echter en historici geloven niet in dit verhaal. Anderen menen dat boeren ongeletterd waren, dus waarom zouden hun rituelen beschreven zijn? EMB voorman Keizer beaamt dat er vele ideeën over oorsprong en betekenis van de hoorn zijn, maar niets zeker is. Zeker is alleen, dat drie mensen het gebruik in de jaren 1950 populair maakten. Er zou echter ook een foto van voor de oorlog zijn.

Mogelijk gaven boeren elkaar signalen met de hoorn, als iemand overleden was of zo.

Midwinterhoornblazers in de Achterhoek beweren dat het gebruik daar ouder is dan in Twente. In de Achterhoek zou het oudste document zijn gevonden, waarin de hoorn is vermeld. Maar dat zegt toch niets? De blazers in Twente zijn het niet met die uit de Achterhoek eens. In Markelo blaast een groep op dierlijke horens. Zij beweren dat de midwinterhoorn hiervan is afgeleid. In Diever zegt men al voor de Tweede Wereldoorlog met de midwinterhoorn te zijn begonnen; eerder dan alle andere groepen. We kennen de midwinterhoorn vooral uit Twente en de Achterhoek, maar ook in het Veluwse Ede (waar ook vrouwen blazen), in Drenthe, en in het Groningse Vlagtwedde blaast men op deze hoorns. In Polen en bij de Duitse stadjes Wezel en Kleef zijn oude geschriften ontdekt, die lijken te duiden op het gebruik van de midwinterhoorn. Eigenlijk maakt dit alleen duidelijk, dat daar ooit op hoorns werd geblazen. Het zegt niets over de hoorn zelf, of over het gebruik in een specifieke tijd, de Adventstijd. Juist dat maakt de hoorn tot midwinterhoorn. Het schijnt dat een Duitse pastoor ooit protesteerde tegen het lawaai van de hoorn. Om de man tegemoet te komen werd afgesproken, dat er alleen nog in de Adventstijd op geblazen mocht worden. Zo werd de hoorn een midwinterhoorn. Volgens Duitse groepen blazers zat de Bisschop van Münster achter het protest van de pastoor. Alles overziend zou het blazen in de Adventstijd van later datum kunnen zijn en ligt de oorsprong van de midwinterhoorn volgens Keizer mogelijk in de onderlinge boodschappen van boeren. Niets is echter zeker.

 

Geschiedenis, vormen en klanken van het instrument

Ook over het ontstaan van de hoorn zelf en de oudste verschijningsvorm is weinig met zekerheid te zeggen. Er zijn drie typen midwinterhoorn; de natte hoorn, de tweedelige hoorn en de latjeshoorn.

De natte hoorn bestaat uit twee met een guts (holle beitel) uitgeholde delen, die tezamen een holle buis vormen. Beide delen worden met plantaardige vezels aan elkaar gebonden.

Ook de naad tussen de delen wordt met dit materiaal afgedicht. De aldus verkregen buis is aan het begin dun en aan het eind dikker en gekromd. Deze kromming is van nature in het hout aanwezig en ontstaat als een boom vanuit een schuine ondergrond opgroeit. Dit kan bij een houtwal of een straatkant het geval zijn. In Polen is zelfs een heel bos bewust zo aangeplant, dat er kromme stammen ontstaan, die geschikt zijn voor hoorns die op de midwinterhoorn lijken. Vaak worden de hoorns gemaakt van wilgen, berken of elzen. Het losse mondstuk wordt in het smalste uiteinde van de hoorn aangebracht. Deze spool of happe is bij voorkeur uit eenjarig vlierhout gesneden.

Omdat de hoorn een natuurlijke vorm heeft, klinkt elk instrument anders.

 

De natte hoorn moet in een put bij een los hoes worden bewaard, zodat hout en vezels zich vol water zuigen en de naden door uitzetting worden gedicht. Als een natte hoorn te droog wordt, ontsnapt de ingeblazen lucht voortijdig en verdwijnt de klank. De natte hoorn is zwaarder dan een droge. Daarom legt een blazer het instrument op de rand van de put. Dit is louter praktisch; er moet geen mythische betekenis aan worden toegedicht.

Wel zijn er blazers die vanuit de traditie het liefst boven een put blazen. De beperking bij de put te moeten blazen is echter bijzonder onpraktisch voor liefhebbers, die met hun hobby de boer op willen. Er moeten immers altijd emmers met water bij de hand zijn.

Daarom wordt de natte hoorn nauwelijks meer gebruikt. Er zijn nog maar enkele groepen die zich in het blazen op de natte hoorn hebben gespecialiseerd.

 

De natte hoorn heeft mogelijk wel zijn stempel op de andere typen gedrukt. Omdat een waterput in Nederland maximaal 1,20 meter in doorsnee mag zijn en de hoorn plat in de put ligt, is de lengte van de hoorn op de breedte van de put afgestemd. In Duitsland mag een put 2,20 meter in doorsnee zijn en daarom zijn de Duitse hoorns vaak een stuk langer, dan de Nederlandse hoorns. De Duitse hoorn heeft ook een ander mondstuk, dat niet vanaf de zijkant wordt aangeblazen, maar recht van voren, zoals een trompet.

 

De tweedelige hoorn lijkt op de natte hoorn, maar de beide delen zijn verlijmd. Daarmee is de hoorn bevrijd van de put en kan het instrument overal worden ingezet. Net als bij de natte hoorn klinkt elke tweedelige hoorn anders.

Zowel de natte als de tweedelige hoorns zijn lastig als het om samenspelen gaat. Met het mondstuk is de stemming iets te wijzigen, maar de grondtoon en boventonen, die met lipspanning (embouchure) worden verkregen, krijgt de hoorn door de natuurlijke vorm van het hout al bij de bouw mee. In principe zou elke hoorn een zuivere G als grondtoon moeten hebben, maar dat is vaak niet het geval.

Als er meerdere hoorns te horen zijn, dan kan het daarom vals klinken.

 

De latjeshoorn is opgebouwd uit acht delen, die worden verlijmd. De delen worden gevormd met een mal, waardoor de hoorn niet afhankelijk is van de oorspronkelijke vorm van het hout en een zuivere G als grondtoon meekrijgt. Voor een groep heeft de latjeshoorn daarom het best klinkende resultaat.

In de Achterhoek wordt ook een achthoekige hoorn gebruikt, die is opgebouwd als een latjeshoorn, maar dan met latjes uit één en dezelfde stam. Dit lijkt een overgangstype te zijn. De aangehouden volgorde lijkt te suggereren dat de natte hoorn het oertype is en de latjeshoorn de meest moderne, maar volgens de EMB is de latjeshoorn ook oud. Veel hoorns worden gebouwd door Henk Steggink uit Rossum (bij Oldenzaal). Ook zijn er veel mensen die zelf hun hoorn bouwen.

 

Naast de discussie over de geschiedenis van de hoorn is er een discussie over de authenticiteit van het aantal te spelen tonen. Er woedt een richtingenstrijd tussen pleitbezorgers van de ‘oald’n roop’, bestaande uit drie tonen, en voorstanders van het spelen van meer dan drie noten. De beste blazers kunnen zeven tonen spelen. De EMB handhaven de ‘oald’n roop’, “omdat het geen ‘jodelfestijn’ mag worden.”

De ‘oald’n roop’ wordt vaak vergeleken met het eveneens drietonige gehuil van een wolf.

 

Geschiedenis van de Enschedese Midwinterhoorn Blazers

De Enschedese Midwinterhoorn Blazers begonnen hun activiteiten in 1978. Hun eerste onderkomen was boerderij Schobbelink bij het Aamsveen. Later verhuisde men naar de Holterhof, een buiten de stad gelegen villa, die begin 20e eeuw door textielfabrikant Jannink werd gebouwd en later een hotel werd. De hotelier hechtte zeer aan lokale tradities en stelde de Holterhof om die reden beschikbaar aan de EMB, alsook de Historische Sociëteit Enschede Lonneker. Toen de Holterhof in andere handen overging, weken de blazers uit naar het Lammerinkswönner in het Ledeboerpark, dat nu al jaren hun vaste stek is. De locatie is eigendom van de gemeente Enschede en wordt gebruikt voor natuur- en milieueducatie. Ben van Nieuwenhuijsen zet hier namens de gemeente projecten op, maar behoort ook tot de Enschedese Midwinterhoorn Blazers. Roelf Keizer is sinds 2006 voorman van deze groep.

 

Aantal aanwezigen/belangstellenden

Het aantal belangstellenden is sterk afhankelijk van de context, waarin het midwinterhoornblazen plaatsvindt. Tijdens de afkondiging van de Adventstijd bij het stadhuis bestonden de luisteraars uit wat toevallige passanten, die van de koopzondag gebruik maakten om Sinterklaasinkopen te doen. Een enkeling bleef staan om het tafereel gade te slaan, de meeste mensen keken even om en liepen door. De samenloop van omstandigheden deed een vreemde clustering van tradities ontstaan, toen de voor deze koopzondag ingehuurde Zwarte Pieten zich tussen de midwinterhoornblazers plaatsten. De meeste optredens vinden plaats bij het Lammerinks wönner. Samen met de kerstmarkt trekt de groep dan veel bezoekers. Dat er veel belangstelling voor de EMB is, blijkt ook uit de vele aanvragen voor optredens, die de groep lang voor aanvang van de Adventstijd binnen krijgt. Veel gehoor krijgen de Enschedese blazers bij wandelingen in andere gemeenten, als duizenden wandelaars zich rond de kerst onderdompelen in de bijzondere sfeer van fysieke inspanningen, winterse kou, een traditioneel agrarisch landschap en huilende midwinterhoorns.

 

Betrokken partijen

De Enschedese Midwinterhoorn Blazers zijn aangesloten bij de Stichting Midwinterhoornblazen Twenthe en voorzitter Keizer bezoekt twee maal per jaar de vergadering, maar verder doen de EMB mee aan evenementen, zonder daar organisatorisch mee verbonden te zijn. De verbintenis met het Lammerinkswönner bestaat op grond van persoonlijk contact met de beheerder, niet op basis van een overeenkomst met de gemeente Enschede.

 

Verhouding subsidie- en sponsorgelden versus eigen inkomsten

De Enschedese Midwinterhoorn Blazers maken gebruik van het Lammerinkswönner en daarmee van een gemeentelijke voorziening, maar er is geen subsidierelatie. De groep heeft ook niets nodig. Men koopt zelf instrumenten, draagt geen uniformen, er wordt in de open lucht geblazen. Als er een plek is om samen te komen, dan is het al goed. Sponsorgelden zijn er evenmin. Soms krijgt de groep een kleine vergoeding voor een optreden, maar dat is dan € 25,=, een fles wijn of een VVV-bon.

 

Eigen waardering

Sinds eind 2013 staat het midwinterhoornblazen op de landelijke inventarislijst van het immaterieel cultureel erfgoed. Voorman Keizer ervaart dit als een opsteker voor de traditie, omdat er erkenning uit spreekt. Andere groepsleden ervaren de traditie vooral als iets, waar zij zelf plezier aan beleven.

De Enschedese blazers nemen deel aan de wedstrijden, die door de Stichting Midwinterhoornblazers Twenthe worden georganiseerd.

Sommigen zien de Enschedese Midwinterhoornblazers als de beste blazers, maar volgens anderen komen die uit Ootmarsum.

In die rustieke omgeving zouden ook meer mensen zich tot het midwinterhoornblazen aangetrokken voelen. De EMB wonnen in het verleden veel wedstrijden, wat tot discussies met groepen uit Losser en Saasveld leidde.

Toen bliezen de EMB altijd op de latjeshoorn.

Nu blaast men op tweedelige hoorns en wint men nog steeds, terwijl er van ‘concurrentievervalsing’ als gevolg van het gebruik van de latjeshoorn geen sprake meer is.

Voorman Keizer is er trots op dat de Enschedese Midwinterhoorn Blazers altijd de wedstrijden van de Stichting Midwinterhoornblazen Twente winnen. Deze wedstrijden zijn goed voor het verbeteren van het blazen en daarmee voor het in stand houden van de traditie. Het blazen wordt door de EMB heel serieus genomen. Veel blazers hebben de midwinterhoorn als tweede instrument en spelen van huis uit trompet of klarinet. Zij zijn al jaren actief binnen een harmonie of in het politieorkest en hebben ervaring met muziek.

Er zijn twee professionele blazers, die de kwaliteit van de groep bewaken. De leden moeten bij optredens in elk geval de vereiste drie tonen van de oald’n roop kunnen blazen.

Ook worden de midwinterhoorns gekeurd, voordat die door individuele leden worden aangeschaft. Een hoorn is het eigendom van een lid, maar de hoorn moet wel klinken bij de andere instrumenten. Bouwt iemand zelf een midwinterhoorn, dan blijft de keuring uit. Dit is een keuze uit twee kwaden. Wordt de zelfgebouwde hoorn afgekeurd, dan voelt een lid zich wellicht miskend, wordt zo’n hoorn toegelaten, dan kan een probleem met de klank van de groep ontstaan. Door niet te keuren krijgt de zelfgebouwde hoorn een kans. Een valse hoorn hangt na verloop van tijd vanzelf wel aan de muur.

 

Goede spelers weten vijf tot zeven tonen aan de midwinterhoorn te ontlokken. Om überhaubt een goede toon aan de midwinterhoorn te ontlokken, moet de lipspanning geoefend worden. Omdat de hoorn uitsluitend in de adventstijd geblazen mag worden, is het oefenen buiten deze weken om een probleem. Op initiatief van Ben van Nieuwenhuijsen gaat de groep met ingang van 2014 het hele jaar door op jachthoorns oefenen.

Hoewel de lipspanning zo geoefend wordt en de jachthoorn dezelfde tonen produceert als de midwinterhoorn, wijkt het mondstuk af. De ‘happe’ van de midwinterhoorn wordt zijwaarts aangeblazen, het mondstuk van de jachthoorn wordt juist recht op de mond gezet. Het spreekt vanzelf dat de leden, die naast de midwinterhoorn een ander blaasinstrument bespelen, hier minder behoefte aan hebben dan leden, voor wie het midwinterhoornblazen op zichzelf staat. De groep meest actieve leden bestaat uit 12 mensen, die altijd op de vrijdag oefenen. Afhankelijk van de weersomstandigheden doen zij dit binnen of buiten het Lammerinkswönner.

 

Instandhouding erfgoed en ervaren knelpunten

Met 36 leden behoren de EMB tot de grootste blazersgroepen, die zijn aangesloten bij de Stichting Midwinterhoornblazen Twenthe. De EMB bestaan uit 27 senioren en 9 jeugdleden, een gemêleerde groep jongens en meisjes in de leeftijd van 9 – 17 jaar. Om de jeugd voor het midwinterhoornblazen te interesseren en jeugdleden te werven, bezoeken de EMB zoveel mogelijk scholen. Keizer hecht er veel belang aan dat jongeren worden betrokken bij de traditie. Om jonge blazers tegemoet te komen, stellen de EMB midwinterhoorns ter beschikking, die tijdelijk geleend kunnen worden.

Zo maakt men toetreding van jeugdleden toegankelijk. Net als de senioren doen jeugdleden mee aan wedstrijden. Hierbij kunnen zij een zilveren miniatuur midwinterhoorn winnen, terwijl de senioren maken kans op een gouden exemplaar. De wedstrijden van de Stichting Midwinterhoornblazen Twenthe stimuleren het groepsgevoel en de kwaliteit van de blazers. Het zet de EMB aan tot oefenen op vrijdag, wat de kwaliteit en gemeenschapszin van de groep ten goede komt. Omdat de EMB naast een goede ook een grote blazersgroep vormen, dragen deze blazers zeker bij aan het in ere houden van de traditie.

 

Geheel zonder zwakke plekken zijn de EMB uiteraard niet. Sommige leden treden graag op, anderen willen alleen maar blazen. De toeters en bellen eromheen hoeven voor hen niet zo. Dit speelt ook bij het plaatsen van het midwinterhoornblazen op de landelijke inventarislijst van immaterieel cultureel erfgoed. De Stichting Midwinterhoornblazen Twenthe spant zich daar met blazers uit de Achterhoek en het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed voor in, maar een deel van de EMB zit daar niet op te wachten. Voor het voortbestaan van de traditie zou plaatsing op de wereld erfgoedlijst toch belangrijk zijn. Het is ook goed dat de EMB sinds vier jaar de Adventstijd vanaf het stadhuis afkondigen. Dat geeft de blazers erkenning en publiciteit. De gemeente werkt goed mee.

 

Zolang de EMB scholen bezoeken en jongeren zich aanmelden en actief worden, is er geen probleem om de traditie in ere te houden.

De groep kan oefenen, de sfeer is goed, er is geen behoefte aan geld of voorzieningen.

Zolang de leden plezier hebben en dat uitstralen, kunnen de EMB zich handhaven.

 

Publiciteit

De meeste publiciteit bestaat uit aandacht die de groep in de Enschedese editie van de Tubantia krijgt. De EMB hebben ook een website en een Facebookpagina.

Auteur/bron
Immaterieel Erfgoed in Enschede. Cement van een hybride stad. (IJsselacademie - Bureau Siebe Rossel, april 2014)

Trefwoorden:MIDWINTERHOORNBLAZEN
  • Geplaatst door
  • Auteur

    Immaterieel Erfgoed in Enschede. Cement van een hybride stad. (IJsselacademie - Bureau Siebe Rossel, april 2014)

Annotaties

0 annotaties
Er zijn nog geen annotaties op dit item