Gemeente Enschede
Broodkruimel snellink

Indische Nederlanders. Nasi Idjo

Details

Oorspronkelijke datum bijdrage: 29/10/2020
Categorie: tradities
 
580 weergaven
 

Indische Nederlanders. Nasi Idjo

Nasi Idjo betekent letterlijk Groene Rijst.

Inspelend op de mores in de Indische gemeenschap dat rijst niet mag worden weggegooid, wordt hier bedoeld dat de cultuur moet worden doorgegeven. Binnen de Indische gemeenschap geldt witte rijst (en in veel mindere mate rode en zwarte rijst) als dagelijks voedsel en is gele rijst bedoeld voor feesten.

Groene rijst bestaat niet, maar de kleur symboliseert de nieuwe oogst, c.q. de jongere Indische Nederlanders, aan wie de cultuur moet worden doorgegeven.

 

Voorzitter Vaya Nijhof: “Jongeren met een Indische achtergrond hoeven niet als zodanig herkenbaar te zijn en voelen zich doorgaans specifiek Indisch noch typisch Nederlands.

Mensen hebben een wat onbestemd gevoel van meer of minder met de Indische en/of de Nederlandse cultuur verbonden te zijn. Vroeg of laat gaan jonge Indische Nederlanders op zoek naar hun wortels.” Stichting Nasi Idjo wil de Indische gemeenschap een gezicht geven en wil hun cultuur en identiteit levend houden voor en door jongere generaties. De oudere generatie is hierbij het aanspreekpunt, maar de Indische cultuur moet zich ook verder ontwikkelen, in een vorm die aansluit bij de huidige belevingswereld en past in de huidige maatschappij.

 

Bij alle activiteiten staan dialoog en overdracht centraal. “In onze activiteiten moedigen we aan tot overdracht van Indisch cultureel erfgoed, van herinneringen, dromen, rituelen en vooral verhalen. Dat doen we voor diverse generaties Indische Nederlanders, maar ook voor alle andere groepen in de samenleving.

Nasi Idjo stimuleert ontmoetingen, haalt schotten weg, legt thema’s bloot en maakt zaken bespreekbaar. We zijn geen actiegroep, oordelen niet, en streven evenmin naar tolerantie of zo. Daar gaan mensen zelf over,” meent Nijhof. “De eerste generatie Indische Nederlanders was voor alles bezig met aanpassen en overleven. Nu is het meer tijd voor herinnering en bezinning. Nasi Idjo tekent daarom verhalen op en legt ze vast. Uiteindelijk dragen deze verhalen bij aan onze identiteit, maar die is ook gestoeld op individuele keuzes, die mensen maken op basis van wat hun overkomt. Een identiteit verandert, naarmate de omgeving verandert.

 

Dit is zeker het geval bij crisissituaties, zoals oorlog of emigratie. Hoe vergaat het je, als je vanuit een meerderheid komt en ineens bij een minderheid hoort? Wie ben je geweest, wie ben je nu, wie wil je zijn, wie kan je zijn?

Wat betekent het, dat je in Nederland Indisch bent? Wat maakt dat jij Indisch bent? Is het vanzelfsprekend Indisch te zijn? Kies je voor een identiteit, moet je kiezen? Hoe en wanneer wordt dit op scherp gezet en wat doe je er dan mee? In onze activiteiten moedigen we aan om vragen te stellen en te luisteren naar de antwoorden; we willen zaken bespreekbaar maken.”

 

Rond het moeilijk te duiden gevoel ‘Indisch’ te zijn zet Nasi Idjo verdiepende activiteiten en projecten op. In het verleden organiseerde men Nasi party’s, workshops en presentaties op Pasar Malams. De laatste jaren streeft men met themadagen, filmmiddagen en tentoonstellingen naar verdieping. Ook participeert de stichting als intermediair en spreekbuis van de naoorlogse generaties in regionale en landelijke klankbordgroepen en brainstormsessies.

Veel projecten van de stichting zijn museaal.

Zo kunnen de bezoekers van museum TwentseWelle bij inwoners van Twente op bezoek, door virtueel achter hun voordeuren te kijken.

Door samenwerking met Nasi Idjo is achter één voordeur ook het levensverhaal van een Indisch gezin te volgen.

 

In 2009 – 2010 is Aanpassen! Een aanzet tot dialoog tussen drie generaties Indische Nederlanders in interview, object en film gelanceerd.

Het project omvat een boek, een dvd en een reizende expositie en werd door Vaya Nijhof en Iris Cousijnsen ontwikkeld. Voor Nasi Idjo was dit een nieuwe fase in de zoektocht naar de dialoog tussen de generaties Indische Nederlanders, die verhalen vertellen aan de hand van persoonlijke belevenissen, herinneringen, associaties en interviews.

Aanpassen! bleek een monument voor de eerste generatie Indische Nederlanders en bracht dialogen tussen opa’s en oma’s, ooms en tantes, kinderen en kleinkinderen tot stand. Hoewel anders dan de eerste, zo veerkrachtige generatie Indische Nederlanders, worstel(d)en de hier geboren kinderen en kleinkinderen elk op eigen wijze ook met het aanpassen aan Nederland en het omgaan met de eigen roots. Aanpassen! met een uitroepteken was het parool voor de eerste generatie, die geen keus had. Aanpassen?

als vraag bij de tweede generatie, die zich afvraagt wellicht te goed geïntegreerd te zijn.

Er zijn weinig herinneringen aan hen doorgegeven.

Aanpassen… met puntjes bij de derde generatie, die zich afvraagt, of en wat ze nog moeten met hun Indische afkomst. Tentoonstelling, boek en dvd belichten al deze zaken aan de hand van de vier universele begrippen identiteit, veerkracht, dromen en thuisgevoel.

Naast een aanzet tot dialoog tussen de drie generaties slaagde het project er ook in bij te dragen aan de interculturele dialoog over integratie. Voor de Nederlandse samenleving was het een hernieuwde kennismaking met de ogenschijnlijk zo geruisloze integratie van 300.000 Indische Nederlanders. De levensverhalen en ervaringen van de vluchtelingen laten ook een nieuw licht schijnen over actuele integratievraagstukken. Aanpassen! voorzag door de vele persoonlijke herinneringen, ervaringen en ontboezemingen in een behoefte. Het boek was snel uitverkocht en is al herdrukt. Momenteel wordt een educatief programma bij Aanpassen! ontwikkeld.

De nog altijd reizende expositie was te zien in Museum TwentseWelle, Bibliotheek Amstelland Amstelveen, Museum Volkenkunde Leiden, Museum Herinneringscentrum Kamp Westerbork (dat als Schattenberg in 1950 het opvangkamp voor Indische Nederlanders werd en van 1951 tot 1971 voor Molukkers), en de Openbare Bibliotheek Amsterdam.

 

Historische achtergrond

Indische Nederlanders zijn geboren in de voormalige kolonie Nederlands-Indië of zijn nakomelingen hiervan. Indische Nederlanders verlieten Indonesië na de onafhankelijkheidsverklaring van het land, die werd afgekondigd na de capitulatie van de Japanse bezettingsmacht op 15 augustus 1945. Al snel ontstond er een gewelddadige strijd tegen de koloniale machten, waarbij Nederlanders, mensen van gemengde afkomst, of Indonesiërs die met Nederlanders hadden samengewerkt, niet veilig waren.

Aanvankelijk geweerd door Nederland, dat de eigen bevolking aanspoorde te emigreren naar Canada of Australië omdat de economie haperde en daarom geen instroom vanuit Nederlands-Indië wenste, migreerden tussen 1945 en 1965 toch 300.000 mensen naar Nederland. Deze Indische Nederlanders kwamen in vijf golven. De eerste golf van 100.000 mensen bestond uit Nederlanders, die in Japanse gevangenschap hadden gezeten.

Na de soevereiniteitsoverdracht volgden in de jaren 1950 – 1957 de uitstroom van ambtenaren.

Hiertoe behoorden ook KNIL-militairen, waaronder 4.000 Molukkers. Op 5 december 1957 (Zwarte Sinterklaas) verlieten 40.000 Nederlanders Indonesië, die het land tijdens de Nieuw-Guinea kwestie moesten verlaten.

Tussen 1957 en 1964 volgden 25.000 spijtoptanten, die het Indonesisch staatsburgerschap na de soevereiniteitsoverdracht bij nader inzien toch niet wilden hebben. Hoewel aanvankelijk restrictief werd het Nederlandse toelatingsbeleid soepeler, naarmate de politieke situatie in Indonesië voor deze groep mensen verslechterde.

 

Geschiedenis Nasi Idjo Enschede

Nasi Idjo werd in 2003 opgezet door onder anderen Vaya Nijhof en Iris Cousijnsen en werd in 2004 een stichting. In tien jaar tijd groeide Nasi Idjo uit tot een aanspreekpunt voor veel maatschappelijke en culturele organisaties, alsook voor overheidsinstanties.

Momenteel ontwikkelt de stichting zich richting een projectorganisatie.

 

Tradities

Veel tradities in de Indische gemeenschap zijn volgens Nijhof ‘automatismen’, waarvan mensen zich niet bewust zijn. In een willekeurige opsomming kwam het onderstaande aan de orde:

 

Orale tradities

Er zijn veel persoonlijke verhalen en belevenissen die doorverteld kunnen worden, maar zowel het vertellen van verhalen als het optekenen daarvan gebeurt nu pas. Met Aanpassen! heeft Nasi Idjo hiertoe een aanzet gegeven. Dit boek vindt gretig aftrek en moest al snel worden herdrukt.

 

Kunsten

Bij de kunsten valt vooral de muziek op en dat is meer specifiek iets voor de Molukkers, dan voor de Indische gemeenschap als geheel. Er zijn wel dansfeesten, Koempoelans (letterlijk: bijeenkomsten). Het streven naar assimilatie stond het beoefenen van kunst niet in de weg, maar maakte het Indische karakter van de kunst wel onzichtbaar.

 

Feesten

Bij een Pasar Malam komt alles en iedereen samen, die iets met Indonesië of de Indische cultuur te maken heeft. De feesten worden in veel gemeenten jaarlijks georganiseerd. De Pasar Malam is een typisch postkoloniaal, Nederlands verschijnsel, dat is ontstaan uit heimwee. Het feest voorzag in de nostalgische behoefte van Indische Nederlanders om af en toe even ‘thuis’ of ‘in het verleden’ te zijn. Letterlijk betekent Pasar Malam nachtmarkt.

“Maar vraag in Indonesië niet naar de nachtmarkt, want niemand weet wat dit is”, zegt Nijhof. “Hier is het een bazar met veel muziek, dans, eten en Indische producten.

Het eten krijgt een steeds prominentere rol, de cultuur vervaagt.”

 

Evenementen

Elke laatste vrijdag van de maand kwamen mensen van de oudste generatie samen bij het Kompas in Enschede. Op 15 augustus organiseert de Stichting Herdenking Gevallenen Zuidoost Azië bij het Indië monument in het Blijdensteinpark te Enschede de jaarlijkse herdenking van de Japanse capitulatie in 1945. Dit beeld van een ‘bescherming zoekend persoon’ met de tekst ‘Het Verre Oosten 1941 – 1945’ van beeldhouwer H.L. Petri is het oudste Indië-monument van Nederland.

Het in 1960 door mevrouw Spoor – Dijkema, weduwe van generaal S.H. Spoor, onthulde beeld werd opgericht ter nagedachtenis van alle militairen, die in de jaren 1941 – 1949 in Zuidoost Azië gevallen zijn.

 

Levenslooprituelen

“De voornaamste levenslooprituelen zijn verbonden met geboorte en dood,” zegt Nijhof.

“Sommige mensen hebben hun navelstreng vanuit Nederlands-Indië meegenomen. Als iemand overleden is, dan wordt dat na de 40e, 70e, 100e en 1000e dag herdacht. Bij levenslooprituelen is vaak sprake van een mengvorm van verschillende religies. Net als bij de verhalen, kunsten en feesten geldt ook voor de levenslooprituelen, dat zij door het assimilatiebeleid vaak niet meer als Indisch herkenbaar zijn.”

 

Sociale praktijken

Nijhof: “Er zijn veel gebruiken waarvan de herkomst onduidelijk is, of die door assimilatie nauwelijks nog als Indisch herkenbaar zijn. Zo mag je van oorsprong nooit je tas op de grond zetten, want dan loopt je fortuin weg. Je mag niemand op het hoofd slaan, want dan verdwijnt de geest of ziel. Je mag nooit ’s avonds je nagels knippen. Een ongestelde vrouw mag haar haren niet wassen. Een zwangere vrouw moet geen ananas eten, want anders krijgt ze buikkramp. Ook banaan mag dan maar weinig gegeten worden. Indische mensen hechten sterk aan een verzorgd uiterlijk. Kleding is belangrijk en men trekt het liefst voor elke gelegenheid iets anders aan. Bij aankomst in Nederland kregen Indische migranten op bevoogdende wijze in het kamp te horen, hoe ze zich in Nederland moesten kleden.”

 

Eten

“Het eten is voor Indische mensen heel belangrijk en geldt als een sociale gebeurtenis.

Er staat altijd eten klaar voor het geval er visite komt. Bij het bereiden horen bepaalde rituelen en je moet van je af snijden. Indische mensen gruwelen van de manier waarop Nederlanders een appel schillen. Dit werd de Indische migranten in de Nederlandse pensions wel ‘fout’ aangeleerd,” aldus Nijhof.

 

Sport en spel

Indische mensen blinken vaak uit in badminton.

Er zijn ook specifieke vechtsporten zoals Poekoelan (slaan), een vechtstijl uit de door Indo-Europeanen bewoonde wijken in Jakarta (voorheen Batavia).

 

Natuur

Over traditionele kennis inzake de natuur en bovennatuur is geen informatie gegeven.

 

Ambachten

Nijhof noemde Pijit is een vorm van massage.

 

Aantal aanwezigen/belangstellenden

De activiteiten van Nasi Idjo voorzien in een behoefte bij de achterban en genereren veel publiek.

Betrokken partijen Stichting Nasi Idjo participeerde in Enschede in het Multiculturele Platform en in de Multiculturele Markt, die sinds 2010 jaarlijks in het eerste weekend van juli plaatsvindt.

Bij evenementen als Aanpassen! wordt samengewerkt met culturele organisaties. Dit is ook het geval met het educatieve programma, dat in het verlengde van de expositie ontwikkeld wordt.

Vaya Nijhof is lid van het Kennisplatform voor Burgerschap en Integratie voor de gemeente Enschede en tevens bestuurslid van de Stichting Indisch Herinneringscentrum Bronbeek te Arnhem.

 

Verhouding subsidie- en sponsorgelden versus eigen inkomsten

Nasi Idjo ontvangt projectsubsidies en heeft de Vrienden van Nasi Idjo in het leven geroepen, die de stichting onder meer steunden bij de financiering van de heruitgave van het boek Aanpassen!

 

Eigen waardering

Nasi Idjo stimuleert het (her)ontdekken van de Indische identiteit bij Indische Nederlanders in heden, verleden en toekomst. De jongerenorganisatie draagt zo ook bij een het uitdragen van deze identiteit in de Nederlandse samenleving.

Ook werkt Nasi Idjo aan het dichten van de lacunes bij het delen van ervaringen, herinneringen en gedachten tussen de verschillende generaties Indische Nederlanders.

Ook in meer algemene zin is het werk van Nasi Idjo belangrijk voor de Nederlandse maatschappij. De Indische gemeenschap was de eerste groep gekleurde mensen, die zich in Nederland vestigde. Dit is sindsdien een thema geworden dat zich vaak herhaalt. De persoonlijke worsteling met aanpassing en integratie, het zoeken naar houvast en een nieuwe identiteit, dat is in toenemende mate een verhaal van veel meer gemeenschappen in Nederland. Indische Nederlanders zijn al die groepen voorgegaan en lopen voorop. De activiteiten van Nasi Idjo hebben niet alleen betekenis voor de eigen achterban, maar kunnen ook andere migrantengroepen en beleidsmakers tot voorbeeld strekken.

 

Instandhouding erfgoed en ervaren knelpunten

De Indische Nederlanders, die na de onafhankelijkheid van de voormalige kolonie naar Nederland kwamen, vormen een heterogene groep. In het aanpassen aan de Nederlandse samenleving en het putten uit de Indische identiteit maakte en maakt iedereen eigen keuzes. Het gevoel ‘Indisch’ te zijn is persoonlijk, gevarieerd en ligt gevoelig.

De eigen cultuur wordt mondeling overgedragen, maar er worden ook ervaringen stilgezwegen.

Nasi-Idjo vindt het belangrijk dat ook die herinneringen op de volgende generaties worden overgedragen en dat de verhalen worden opgetekend. Met instemming wordt schrijver en programmamaker Adriaan van Dis geciteerd: “Allerlei familiegeschiedenissen zijn nog niet verteld. Indische families die vervelende dingen hebben meegemaakt, hebben de neiging om dingen weg te stoppen, glad te strijken. De Indische geschiedenis is juist nu actueel, omdat we ontdekken dat we in de Indische geschiedenis heel veel herkenning kunnen vinden met wat er nu in Nederland of Europa gebeurt: de verkleuring van de gemeenschap.”

De migratie uit Nederlands-Indië is actueel, omdat andere migranten nadien soortgelijke processen doormaakten of doormaken, maar één of meer fasen achterlopen.

Beleidsmatig kan Nederland hier zijn voordeel mee doen.

 

Publiciteit

Nasi Idjo heeft een website en genereert onder meer met flyers, brochures, interviews voor radio en lokale tv, filmpjes op YouTube en Facebook publiciteit voor alle activiteiten die worden ontplooid. De activiteiten zelf zijn uiteraard ook een probaat middel om naar buiten te treden. Ter gelegenheid van het 10 jarig jubileum van Nasi Idjo verscheen onder andere een groot artikel in de Enschedese editie van de Twentsche Courant Tubantia van 5 december 2013.

 

Nasi Idjo was aanwezig op de Multiculturele Markt in Enschede. Voor veel gemeenschappen is deze markt in het eerste weekend van juli het voornaamste middel om met hun culturele eigenheid in de openbaarheid te treden.

In 2013 namen vertegenwoordigers van Assyrische, Bosnische, Braziliaanse, Columbiaanse, Filipijnse, Gambiase, Hongaarse, Indiase, Indische (Nasi Idjo), Italiaanse, Koreaanse, Marokkaanse, Mexicaanse, Mongoolse, Peruviaanse, Portugese, Russische, Spaanse, Surinaamse, Thaise, Turkse en Vietnamese gemeenschappen aan het evenement deel.

Opgezet als een bazar met onder meer traditionele muziek en dans, blijkt dat het publiek vooral afkomt op het eten. Daarmee is de kans erg groot, dat de Multiculturele Markt op een braderie gaat lijken, wat Nijhof zou betreuren. “Het is eenzelfde ontwikkeling als bij de Pasar Malam. Dat werd al eerder een braderie vol eettentjes. Als de nadruk op het eten komt te liggen, dan is er minder van de diversiteit van een cultuur te zien.”

Auteur/bron
Immaterieel Erfgoed in Enschede. Cement van een hybride stad. (IJsselacademie - Bureau Siebe Rossel, april 2014)

  • Geplaatst door
  • Auteur

    Immaterieel Erfgoed in Enschede. Cement van een hybride stad. (IJsselacademie - Bureau Siebe Rossel, april 2014)

Annotaties

0 annotaties
Er zijn nog geen annotaties op dit item